Wat stellen de grenzen van een land nog voor? Langs de randen van Nederland zijn hier en daar verlaten en vervallen douanekantoren te vinden, maar ik hoef geen paspoort meer uit de binnenzak te halen. Ooit was de grens van een land iets magisch. Ik woonde op een paar kilometer van de Duitse grens. Een fietstocht naar Zwillbrock of Oldenkotte was een ritje naar de rand van een andere, onbekende en spannende wereld. Ik stond wel een uur, geleund op mijn fiets, te kijken naar het land achter de slagboom en wachtte.
Grensgebieden prikkelen mijn fantasie: ik fantaseer over die andere wereld waarvan ik de grens heb bereikt. Deze zomer liep ik over een kustpad langs de zee over rotsen, tussen de schapen. Naast me en soms ook onder me de zee, een grote, grijsgroenkleurige watermassa, verbonden met onbekende steden en landen waar van alles gebeurt zonder dat ik daar weet van heb.
Ook een voetpad langs de rand van een bos is zo’n grensgebied. Enerzijds het weidse, open land en anderzijds de besloten, donkere wereld van het bos. Ik loop liever langs dan door een bos.
Wie rondom een stad fietst heeft de stad voortdurend onder handbereik. Binnen een paar minuten is hij op een druk marktplein, bij een station of een winkel en drinkt een glaasje op een terras, maar hij is in een gebied dat grenst aan het platteland: hij fietst tussen fruitbomen, passeert een tarweveld en gaat over het erf van een boerderij, maar blijft flats zien.
Het is augustus en het is een Nederlandse zomer waarin het af en toe niet regent. We vertrekken vanaf het stationsplein van Zwolle. We willen rondom de stad fietsen. Na een kwartiertje zoeken, vinden we een bordje Rondje Zwolle tussen twee geparkeerde stadsbussen. Die middag zal blijken dat de ronde van Zwolle uitgezet is door mensen die de bordjes zo onsystematisch mogelijk langs de fietsroute hebben geplaatst.
We fietsen de stad uit en starten vanuit het Engelse Werk. Dat is een karakteristiek negentiende-eeuws park aan de zuidwestkant van de stad tegen de IJsseldijk. Het park heeft de sfeer van het Noorderplantsoen in Groningen of het Wilhelminapark in Utrecht. Daar hoort een mooie ouderwetse uitspanning bij met een terras vol mensen. Het ziet er gezellig uit, maar wij fietsen door. Prachtig zijn die lage zomerkaden en de hoge winterdijken waartussen de uiterwaarden van de IJssel liggen. Die rivier houden we nog eventjes op afstand. Rechts van ons ligt Hattem met kerkje en rode, verspringende daken. Het ziet er zo aantrekkelijk uit dat we van de route afwijken. We varen met een veerpont naar de overkant, maar het is zo druk in het stadje dat we al snel weer terug gaan. De veerman herkent ons. Nu al weer terug? Hij heeft lol aan zijn werk en maakt een praatje met de passagiers. Hij neemt alle tijd voordat hij ons weer over zet. Voor de kajuit heeft hij ouderwetse pumps op een verhoging gezet. Ze zijn nog maar een keer gedragen vermeldt een begeleidend briefje en ze zijn te koop voor 35 euro. Floor die erg van hakschoenen houdt, kan zich nauwelijks beheersen.
Over een dijk fietsen we tot aan een lelijke elektriciteitscentrale en worden dan langs een nieuwbouwwijk naar het oosten geleid. Twee keer kruisen we een weg die ons eraan herinnert dat we in de buurt van een stad fietsen. Nadat we de Heinoseweg achter ons hebben gelaten, zijn we in de weteringlanden. De stad is nauwelijks nog aanwezig. We zijn in een recreatiegebied. Golfers lopen traag met buggy’s over geschoren grasland. Ik vraag me altijd af waar die keurig geklede mensen mee bezig zijn, maar laat ook nu weer na het hun te vragen.
Verderop is een recreatieplas waar je naakt te water kunt gaan. Dit water zal wel ontstaan zijn doordat te plaatse zand uit de bodem gehaald is. Pas bij de wijk Berkum (die een beetje op een dorpje lijkt) zijn we weer aan de stadsrand. We fietsen tussen stad en de Vecht door en ontkomen niet aan de A28. Die weg heeft ontzettend veel vernield in Zwolle. Hier nog het minst, maar vooral aan de westkant van de stad is de schade akelig zichtbaar. Dan kruist zo’n weg bijvoorbeeld een straat. Een hoog betonnen viaduct staat tussen beteuterde, vooroorlogse huizen. Die mensen krijgen geen straaltje zonlicht meer in huis. Ter hoogte van de nok zoeven de auto’s voorbij. Je zult er maar wonen. We zagen prachtige negentiende-eeuwse landhuizen, zoals je ze veel in de buurt van Arnhem ziet langs de Veluwezoom. Die sfeervolle huizen zijn in de middenberm van de A 28 en de oude weg over de IJssel terecht gekomen. Die teloorgang van het landschap, daar lijd ik onder. Dat klinkt pathetisch, maar het is echt zo.
We fietsen zo snel mogelijk onder de snelweg door en komen bij de Agnietenberg. Dat is zo’n rivierduin zoals ik die ken van Noord Limburg. Bij de Maas zijn ook stuifduinen. Ooit stond hier op de berg het klooster van Thomas à Kempis. Er is nu een begraafplaats. We strijken neer op een terras en na een snelle slok tussen wat kakmensen die aan een glas witte wijn nippen, fietsen we langs Haerst. Haerst is een nederzetting waar al jaren leuk, alternatief volk woont. Die exploiteren een primitief pontje over de Vecht, weet ik.
Over een dijk gaan we door een landschap dat door de rivieren de IJssel en de Vecht is gevormd. Als we op het noordelijkste punt van de route zijn aangekomen is de Peperbus uit het zicht verdwenen. Na een paar slingers langs met water gevulde kolken komen we in een klein buurtschap bij de dijk langs het Zwarte Water. Lang geleden maakte ik met de goede Ab vanuit Zwolle een ander rondje. Met onze kano’s gingen we over de IJssel naar Kampen en kwamen via het Zwarte Water weer bij ons uitgangspunt terug.
We naderen de stad weer, maar de mensen die deze route uitgezet hebben willen ons met allerlei omwegen door en langs oude en nieuwe stadswijken naar het westen laten fietsen. Dit is niet het mooiste gedeelte van de route. Ook het verkeer is hier te veel aanwezig. Pas als we de IJssel naast ons hebben, bij Zalk en Veecaten, wordt de fietstocht weer de moeite waard. Veecaten, dat is Ida Gerhardt en ook de IJsselschilder Voerman:
’t Wordt voorjaar langs de IJssel bij Veecaten.
Wolken en licht, in wisselende staten
scheppen een Voerman: een opalen zwerk
dat hemels is en Hollands bovenmate
Mooi dat IJssellandschap. Het is werkelijk jammer dat we het achter ons moeten laten. Het mooie dat we dan nog zien, ligt ingeklemd tussen auto- en spoorwegen. Voordat we terug zijn bij ons startpunt dringt het verkeer zich wel nadrukkelijk op.