Bij een kunstwerk van Jaap van den Hoofdakker
Trek een denkbeeldige lijn tussen Wijtward en Witwurd.
Kleed het landschap uit en vul het op een regenachtige
dag met zichtassen, perspectieflijnen en verdwijnpunten.
Zondagmorgen is geschikt, zo’n lege dag, geen kip te zien.
Je weet, er wonen mensen achter akkers en nitraatgroene
weilanden in oude dorpen als Zeerijp, Eenum of Loppersum
waar ijzige regen tegen ramen slaat. Een Nederlandse zomer
waarin een mens zich afvraagt wat de beste plek is om te sterven.
Loodgrijze wolken hangen te drogen boven de horizon en
spiegelen zich gevoelloos in water of op een kletsnatte
weg waar een hopeloze wegwijzer niemand de weg wijst.
Onzichtbaar voor de schilder, een grutto turend naar het gras
rondom zijn nest, ver weg zondagsklokken, het blaffen
van een hond die eenden opjaagt uit het koude water.
Trek een denkbeeldige lijn tussen Wijtward en Witwurd.
Denk aan de Fivel die je ooit in Huizinge kon horen,
die als het geregend had plantenresten meevoerde
van drassige gronden. Rivieren zijn als landschappen,
ze vertellen een verhaal ook al zijn ze al lang verdwenen.
Slingerend tussen Wijtward en Witwurd onder schelpgrijze
luchten liep ooit hier de Fivel, voorbij een altijd lage horizon
langs riet en struiken, passeerde wilgen en wuivende grassen
tot waar alle water eindigt. Ik hoor hem fluisteren en lispelen,
zijn waterloop verklonk, liep vast in zand en zilte modder
of nam een andere weg naar koude zee. Wat bleef? Een sloot,
een geul, een oude kwelderwal waarop een reiger bewegingloos
als een moede oude man naar een dood levensspoor staart.
Ik trek een denkbeeldige lijn tussen Wijtward en Witwurd,
laat eeuwige eb en vloed van somberheid verwolken,
sla een boek open, bladzijde voor bladzijde wiekt opwaarts
in open, schone lucht. Ik nodig stilte van eindeloze ruimte uit,
wind van zee en ook jou, jij kleine vogel. Klim jubelend omhoog
boven dit zinderende, oude land en zing. Er is genoeg horizon, genoeg
lucht erachter en ook een zacht fluisteren van wat voorbij ging.