Een zondagmiddag op een Engelse camping. Er is weinig te doen. Her en der lezen mensen een tijdschrift, ze praten met elkaar of kijken voor zich uit. Wat zich in het gewone leven achter gesloten deuren afspeelt, is nu zichtbaar voor iedereen. Ik zie een man die al een kwartier met zijn mobiele telefoon aan zijn oor iemand anders opdrachten geeft. De man heeft een hoge stem. Hij helpt iemand met een computerprogramma. Afgewisseld met kleine pauzes schreeuwt hij niet voor ons bedoelde opdrachten over de camping: Turn on…okay…press manual…..press manual…twice, okay…turn button off…press okay…turn button of…press….yes press okay twice…yeh…Is it okay? …are you?…press… okay…. Een fazant vliegt op aan de andere kant van een heg en ik hoor hem eventjes niet. Maar dan gaat hij weer verder: Press manual….press programm… go… go to one…okay…the left hand button… press the other one….it’s okay…press okay…select one. Dit alles in een of ander beroerd klinkend Engels dialect. De meeste mensen kijken voor zich uit en doen of het normaal is dat deze rood verbrande man in zijn te strakke zwembroek zo luid in zijn telefoon praat. Ik stel me voor hoe iemand uit de negentiende eeuw tegen dit tafereel zou aankijken. Hij ziet die man …in een zwembroek…voor zich uitschreeuwend een hand aan zijn oor. Hij ziet ook de vrouw van deze mobiele beller. Ze ligt tussen twee akelig witte plastic stoelen in naast de witte caravan op een stretchbed. Haar armen en benen bungelen over de rand. Vooral door die hangende benen is haar kont een beetje vreemd gekanteld. Ze beweegt zich niet. Haar man des te meer. Op zeker moment verdwijnt hij. Waar is hij gebleven? Achter zijn caravan? Zijn stem klinkt als van een afstand: select one…yes, press okay…twice. Even verderop zit een oudere man al heel lang onder een gifgroene parasol met gele sterren voor zich uit te kijken. Waarom hij onder die parasol een zonnebril en strohoed draagt, is me niet duidelijk. Zijn grijze pantalon heeft een keurige vouw. Een boers, blauw overhemd spant over zijn enorme buik. Als de mobiele beller ophoudt met bellen roept hij iets naar de man onder zijn parasol waar ze beiden om moeten lachen. Weer een andere man komt aanrijden in een elektrisch karretje. Achter hem steken twee wandelstokken omhoog. Een voor hem en een voor zijn vrouw die hijgend aan komt lopen. Ze wisselen enkele woorden met de mobiele beller, maar verder is het stil: zondagsstilte op de camping. De belman is bezig met zijn televisieantenne. Hij verschuift die twee akelig witte, plastic stoelen en kijkt een tijdje naar het onbeweeglijke lichaam van zijn vrouw op de stretcher. Dan gaat hij zijn caravan in. Vanavond is de finale van het WK: Nederland – Spanje en morgen moet hij weer aan het werk.