Fragment van eene sentimentele historie (2012)

In 2012 voegde ik aan diverse prenten van Jan Luyken teksten toe. Bij de prent met de titel ‘De wettige Regering’ ging ik tekeer tegen de managers. Ik vergeleek de managers met het personage ‘Willem’ zoals Jacobus Bellamy dat beschreef in fragment van een sentimentele historie. Bellamy’s fragment vertaalde ik naar de eigen tijd.

Jacobus Bellamy beschrijft in fragment van eene sentimentele historie hoe twee broers, Hendrik (de sanguineus) en Willem (die sentimenteel wordt genoemd) op een morgen boven een landhuis zware rook omhoog zien gaan. Hendrik roept: Brand, Daar moeten we heen! Wij moeten die arme mensen bijspringen. Willem reageert anders: O Hemel! Zegt hij: Is deze waereld dan altijd een toneel van verdriet! Moet een gevoelig hart dan overal rampen ontmoeten. 

Als ze bij het huis aankomen lopen er mensen heen en weer met emmers water. De eigenaar van het huis roept: Alles is gered, behalve mijn lieve dochter. Zij is nog in dit brandende huis. Vrienden, redt mijn dochter! 

Bellamy vervolgt met een dialoog. Hij noteert de woorden van Willem de melancholicus die lamenteert over zijn eigen gevoelens en die tot niets komt. Hendrik, de Sanguineus, zegt weinig en redt het meisje uit het brandende huis. 

Jacobus Bellamy schreef fragment van eene sentimentele historie in de achttiende eeuw. Hij neemt een loopje met de sentimentele Willem. Mijn Willem is ook belachelijk, want een hedendaagse manager en dus laat hij het eigen belang zwaar wegen. Hij krijgt het voor elkaar dat anderen het werk doen. Hij komt tot niets in tegenstelling tot Hendrik, de werker, een man die weet dat je in gelul niet kunt wonen.

Hendrik en Willem hebben vanuit hun kantoor de rook omhoog zien gaan bij een huis. Hendrik aarzelt niet en loopt ernaartoe. Willem volgt hem.

Bij het brandende huis lopen mensen heen en weer. Sommigen met emmers water. Twee mannen hebben al een brandblusapparaat leeggespoten, maar het vuur is nog lang niet geblust. Iedereen vraagt zich af waar de brandweer blijft. Als Hendrik en Willem aankomen, zien ze een wanhopige man voor het huis staan: Mijn dochter….mijn dochter is nog in het huis. Ze moet gered! Willem kijkt Hendrik aan: Een meisje in dat brandende huis!

Willem

Tijd voor een bilateraaltje, Hendrik, of gooien we dit in de groep? Nee, misschien is het beter dat we het blussen van de brand en het redden van dat meisje maar bij een of andere overheidsinstantie parkeren. Eerlijk gezegd, ik denk niet dat wij de juiste de competentieset hebben om dit brandje te blussen…dus wat mij betreft delegeren..…

Hendrik

Duwt Willem aan de kant. (tegen de omstanders) Is 112 gebeld? Jullie kunnen dat kind toch niet laten omkomen in het huis. Laat me erdoor. (tegen de wanhopige vader) Waar is dat meisje?

Willem

Even een nadenkmoment…mijn mobieltje… brainstormen….mijn secretaresse ……..deze key issue… Hallo, Mariska…..Oh, je hebt de brand gezien. Ik hoef dit niet meer naar jou te communiceren…..Je zit eerste rang?…Okay, bij het raam kan je alles goed zien…okay. ….nee. ….nee… niet nodig…. Nee, een kostenplaatje hoeft niet. …Hendrik , okay….Nee,  deze reddingsactie kan budgetneutraal. Okay…ja, okay…ik hoor wat je zegt. Right,….ja….right….is goed….is helemaal goed….maak een to-do lijst. Nooit verkeerd…….Hoezo? Wat zeg je nou?…..Aan mijn commitment hoef je niet te twijfelen, maar ik had as usual behoefte aan wat feedback….Ik wou dit brandje met je delen!

Hendrik

Aan de kant! Waar is de trap? (De mensen maken ruimte en kijken Hendrik verwonderd aan. Hendrik loopt door de dikke rookwolken de trap op.

Omstanders

Hij kon wel gek zijn. Die komt er niet levend uit!

Willem (tegen de omstanders)

Tijd om een overlegmoment te creëren, een denkrondje. (Kijkt naar de wanordelijk door elkaar lopende mensen) Ik heb het idee dat niemand hier op de zelfde golflengte zit. We moeten wat doen aan teambuilding, lijkt me…. alle neuzen in de zelfde richting. Het is altijd weer een kwestie van finetunen, levellen en monitoren. Alhoewel, Ik ben bang dat het probleem te groot is voor ons en dan kan je het beter skippen of outsourcen 

Hendrik

(vanuit het brandende huis) Hallo! Hallo! Hallo! Zeg me waar je bent. (Stukken van het huis storten in, vonken stijgen uit de rook omhoog. Hij komt er noot meer uit, zeggen de omstanders.)

Willem

(tegen zijn secretaresse)  Ben je daar nog….We zijn er nog niet uit…Voorlopig ben ik gefocust op die brand. De target is een meisje dat zich in het huis zou bevinden. Hendrik doet een poging……maar de vraag is of ze gerescued kan worden. Peptalk zou niet slecht zijn. Wil jij nog even een belletje geven aan …

Hendrik

(Komt met een meisje in zijn armen naar buiten) Ze leeft, maar ze heeft brandwonden! Roep een dokter..!

Willem

Behoefte aan damage control? 

Hendrik

Ik zie nog geen brandweer en geen ambulance. Bel gotverdomme 112. 

Willem

Ik denk dat ik die opdracht succesvol kan implementeren. (Spreekt tegen de secretaresse) Wil jij 112 bellen. 

Hendrik

Een ambulance! Er moet een ambulance komen!

Jaap Fischer en ene Jessica hebben wat mij betreft de managers het graf in gezongen met hun lied: ‘Onze Jan is manager geworden.’ Zij zijn de ouders van Jan en vinden het een geweldige grap dat hun Jan die nergens voor deugt, iedereen bij de benen neemt. Onze Jan is manager geworden! Dat zo’n brekebeen een baantje heeft gekregen waardoor hij een hoop geld kan verdienen en alles en iedereen kan bedonderen, daar zien die ouders de humor wel van in.

nooit een vak geleerd / zijn handen staan verkeerd / onze Jan is manager geworden
nergens voor geschikt / heeft-ie het geflikt / onze Jan is manager geworden
werken lukte nooit zo goed / maar nu vertelt-ie hoe het moet / onze Jan is manager geworden want heel vroeg begreep-ie het al / de beste stuurlui staan aan wal