Baflo … voor de kinderen

Bijgewerkt in 2020

Op de kleuterschool zijn veel kinderen.
Grote kinderen, kleine kinderen.
Kinderen die veel eten en
Kinderen die weinig eten.
Kinderen met blonde haren en
Kinderen met donkere haren.
Sommige kinderen zeuren wel eens.
Maar alle kinderen zijn heel erg lief!

De juffen vinden de kinderen ook heel erg lief:
Ina, Joke, Maria en Greet.
Zo heten de juffen.
De juffen bedenken leuke dingen voor de kinderen.
Voor Ellen, Jan-Willem, Ria en Renee.
Voor Saskia en Joop en voor veel meer kinderen.

En ook voor mij bedenken ze van alles.
Voor mij … ik heet Roos.
Weet je wat ik heel leuk vind:
knippen! Dat vind ik leuk.
Renee en Ria vinden dat ook.

Kijk nou zijn we aan het knippen.
Moeilijk.
Soms lukt het niet.
Dan knip ik scheef, zegt juf Ina.

Nou knippen we mutsen.
Renee een muts, Jan-Willem
en Ria, allemaal een muts.
voor op ’t hoofd.
Knip, knip, knip, .
Verder hoor ik niks.
Of toch wel?
Ja hoor!
Ik hoor krabbelen aan de deur.
‘Wie is dat daar bij de deur’, roept juf Ina.
‘Woef, waf, woef, woef! Mag ik erin, ik heb ’t zo koud!’
‘Een hondje’, zegt Dora.
Juf Ina loopt gauw naar de deur
en juf Joke ook en alle kinderen.
De deur gaat open.
En daar staat-ie:
een heel lief hondje.
Hij is koud en nat.
Hij bibbert en hij rilt.
‘Woef, woef’, zegt hij heel zachtjes:
‘Mag ik erin, ik heb ’t zo koud
en ik weet helemaal niet waar mijn huis is.’
‘Weet jij niet meer waar je huis is?’ vraagt Paula.
‘Hoe heet jij, hondje?’ vraag ik.
‘Ik heet Baflo’, zegt het hondje:’Maar mag ik nou naar binnen?’
‘Ja hoor!’ roepen alle kinderen.
En de juffrouwen vinden het ook leuk dat Baflo bij ons komt spelen.
Juf Joke geeft hem een stuk van haar boterham
en juf Ina geeft Baflo water.
En wij?
Wij aaien Baflo om de beurt.
Eerst Jan en dan Dora
Tot Baflo helemaal warm is.
En dan gaan we weer knippen.
Knip, knip, knip hoor je en af en toe ook
een beetje piepen en ’n blaf
van Baflo.
DAT VINDEN WE HEEL ERG LEUK!

Maar dan zegt Paula:
‘Waar moet Baflo naar toe als wij
naar huis gaan?’
Het is heel stil.
Alle kinderen denken
en denken en denken.
Dat hoor je niet.
Alleen Baflo hoor ik! Die blaft
En hij kijkt ons heel lief aan.

Dan wordt Ria heel erg vrolijk.
Ze steekt haar armpjes in de lucht,
want ze heeft wat bedacht.
En ik, Roos, zal het jullie vertellen,
wat Ria bedacht heeft.

‘Weet je wat we doen?’ Zegt Ria
‘Buiten is heel veel sneeuw.
We bouwen een huis van sneeuw voor Baflo, ’n sneeuwhut.
We bouwen een sneeuwhut voor Baflo,
Dan kan hij daarin liggen.
Baflo vindt het leuk,
want hij kwispelt met z’n staart.
Honden kwispelen als ze iets leuk vinden.
Ik kan niet kwispelen.,
maar ik vind ’t plan van Ria
HEEL ERG LEUK.

‘We gaan naar buiten’, roepen de juffen,
jassen aan!’
We bouwen een sneeuwhut.
Ik kan heel goed met sneeuw.
Ik heb gisteren nog met mijn vader
Een sneeuwpop gemaakt.
De hut is zo klaar.
en als we naar huis gaan
ligt Baflo in zijn hut. Hij kwispelt.

We geven Baflo allemaal een aai en ’n zoen
en dan gaan we naar huis.
Baflo heeft ook ’n huis,
’n huis van sneeuw.

De hele nacht heeft het geregend.
Ik hoorde ’t in mijn bedje.
Tik, tik, tik, zeiden de druppels op ’t raam.
Toen ik wakker werd, was er geen sneeuw meer.

Vanmorgen was ik in school
Alle kinderen waren er.
Juf Joke was er en juf Ina.
Maar Baflo was er niet meer
En de sneeuwhut ook niet.