Finis terrae

Bij ‘Vintersol’ een aquarel van Bart Pots

Mooi woord,
winterzon,
ik krijg het koud
als ik denk aan
die waterkoude zon.
Mooi woord,
winterzon,
de schilder kijkt.

Bomen, denkt hij, kale bomen
langs liniaalrechte weg
en beter nog wat hoger
omspoeld door groenige golven
een streep wit licht,
schuimende, ijskoude zee,
takken, weerloos buigend
in snijdende wind.
Hout dat kraakt
uit asgrauwe lucht
vallen kraaien op lege nesten.
meeuwen gillen,
verstuiven als warrelsneeuw.
De toren wacht
tussen water, lucht
en nadrogende wolken.

In donkere nacht
vangt hij
beelden van licht
in bundels, flitst
alles wat beweegt:
passerende schepen,
ganzen in de herfst
voorbij en al weer weg.

Dit is winter, denkt de schilder
kijkt van papier
naar de bomenrij
en weer terug.
Bleek, kil licht.
Wreed weer.
Hij zou het allemaal
willen vasthouden.
Winterwind trekt aan de takken,
wolken komen
wolken gaan.
Hem hoef je dat
niet te vertellen.