Le Bal

Bij ‘Jeux d’enfants’ à quatre mains

Geroezemoes en druk gepraat.
’n Glas valt om, geluid op straat.
Sigarenrook stijgt langzaam op.
En onder de vleugel in het danslokaal
ligt slapend, ’n kind, diagonaal.
Dan is ’t of wat zoemt of trilt.
’t Gedwarrel van stemmen stokt, verstilt.
Zacht begint de vleugel te bewegen, te brommen.
’n Hond, door de stilte alert, is gaan grommen,
nu de toetsen bewegen in razende vaart.
Kom. kom, roept het meisje dat is ontwaakt:
Hier is genoeg gewauweld en gekwaakt.
Kijk eens naar dit prachtige mechaniek!

Ze danst eerst wat stijfjes op de muziek.
Kijk haar kleren wapperen achter haar aan. –
Toch is het de mensen niet ontgaan
dat zij steeds wervelender zich beweegt.
’n Deur gaat open en van de straat
mengt geluid van een tram zich in de driekwartsmaat.
De muziek herhaalt zich; ’t meisje danst zonder stop,
terwijl de piano speelt: Een vurige galop.
Dan valt met een klap
de vleugel dicht..de muziek houdt op