van Geert Schreuder
Het is toch geen gezicht
zo’n plastic keukenstoel
staat daar met geen ander doel
dan als begin van een gedicht.
Die stoel op een verlaten akker
is door de schilder neergezet.
Het is alsof hij roept: opgelet
migrant, passant, elke stakker,
ieder is welkom in mijn paradijs
en dat een stoel in het koude winterlicht
uitnodigt tot het schrijven van een gedicht,
daarvan is mijn schrijfsel het bewijs.
Dit is het begin van een gedicht…