William Holman Hunt: The awakening conscience (2010)

Er zijn een paar schilderijen van de prerafaëlieten die mij altijd geïntrigeerd hebben. Toegegeven die schilderijen zijn nogal pathetisch en op het randje, maar toch…..ze maken me nieuwsgierig. Ik wil weten welk verhaal wordt verteld. Ik schreef ooit een toneelstukje bij een schilderij van William Lindsay Windus met de titel Too Late. Dat is gemaakt in 1859. Er is een jonge vrouw op afgebeeld die op het punt staat te overlijden aan tuberculose, dé ziekte van de negentiende eeuw. Haar geliefde was weg gegaan en komt te laat terug. Het schilderij wordt begeleid door een fragment van een gedicht van Alfred Tennyson: Come not when I am dead: / If it where thine error or thy crime / I care no longer, being all unblest; / Wed whom thou wilt, but I am sick of time; / And I desire to rest

Too Late is een schilderij met een verhaal. Ik maakte er een soort poëtische soap van, een korte presentatie met dans, muziek, dia’s, toneel en poëzie. 

Minstens zo boeiend vind ik the awakening Conscience van William Holman Hunt. Hunt schildert in 1853 een welgestelde player en het is duidelijk dat de schilder niets van hem moet hebben. In een of ander commentaar op het schilderij wordt hij omschreven als a showy, handsome tiger of the human species. De man zit op een luie stoel uitgezakt achter de piano, zijn linkerhand op de toetsen, zijn rechterhand als een bezitter om een jonge vrouw. Die vrouw heeft misschien bij hem op schoot gezeten en is net gaan staan. Ze ziet er onschuldig, zelfs een beetje onnozel uit. Op haar is de aandacht gericht, op haar witte, oplichtende kleding en vooral op de handen die ze voor haar schoot houdt. Ze kijkt verbijsterd en tegelijkertijd ook blij verrast naar buiten. Vreemde combinatie. Waarom is ze verbijsterd en waardoor is ze blij verrast? Dat wat ze ziet neemt haar kennelijk helemaal in beslag en wij zien wat zij ziet in de spiegel achter haar. De fat met zijn gepommadeerde haren, zijn verzorgde snor en zijn zelfvoldane blik heeft geen belangstelling voor de lentetuin die zij ziet. Zijn blik is geamuseerd op zijn prooi gericht. Hij is een man van de wereld, hij heeft haar veroverd en hij is daar zichtbaar tevreden over. Zo te zien hebben de man en de vrouw samen muziek gemaakt. Zij heeft gezongen en hij heeft haar begeleid. Op de piano staat Oft in the Stilly Night en de vraag is of de tekst van het lied dat zij net gezongen heeft en waarbij de man haar begeleidde haar wakker geschud heeft. Het lied gaat over een vrouw die terugdenkt aan haar jeugd toen ze nog geen weet had van de verdorven (Victoriaanse) wereld van een Londens bordeel waarin ze nu beland is. Op de vloer ligt ook muziek. Het is een lied, gemaakt op een gedicht, Idle Tears van Alfred Tennyson. Ik probeerde toen ik een puber van zeventien was de gedichten van Tennyson te lezen. Ik had de complete werken voor een prikkie op de markt in Arnhem gekocht en ik vond het wel chique, zo’n oud boek in mijn Tomado boekenrekje. De song: come not when I am dead staat er in. Idle tears niet.

Het onderwerp van dit lied zou ik in zekere zin een vervolg willen noemen op de tekst van het lied op de piano: 

Tears, idle tears, I know not what they mean,
Tears from the depth of some divine despair
Rise in the heart, and gather to the eyes,
In looking on the happy Autumn-fields,
And thinking of the days that are no more.

Fresh as the first beam glittering on a sail,
That brings our friends up from the underworld,
Sad as the last which reddens over one
That sinks with all we love below the verge;
So sad, so fresh, the days that are no more.

Ah, sad and strange as in dark summer dawns
The earliest pipe of half-awakened birds
To dying ears, when unto dying eyes
The casement slowly grows a glimmering square;
So sad, so strange, the days that are no more.

Dear as remembered kisses after death,
And sweet as those by hopeless fancy feigned
On lips that are for others; deep as love,
Deep as first love, and wild with all regret;
O Death in Life, the days that are no more.

Hunt schilderde The awakening conscience in 1853. Hij wil met dit schilderij een moreel oordeel geven in de eerste plaats over de negentiende-eeuwse Engelse Gentlemen, rijke mannen die zich bezig hielden met geld, avontuur en allerlei zaken waar hun echtgenotes buiten gehouden werden. De vrouwen waarmee ze samen leefden hielden ze thuis onder handbereik. Daarnaast hadden ze vrouwen met wie ze seksueel aan hun trekken kwamen. Die ontmoetten ze in de Londense bordelen. Hunt geeft ook kritiek op de afgebeelde vrouw. Zij is de maîtresse van de man achter de piano en de schilder maakt dat duidelijk doordat ze geen ring aan haar ringvinger heeft. Ze is een vrouw die zich laat gebruiken en die als ze opgebruikt is zeker in de goot zal belanden. Een commentator schrijft: The very hem of the poor girl’s dress, at which the painter has laboured so closely, thread by thread, has story in it, if we think how soon its pure whiteness may be soiled with dust and rain, her outcast feet failing in the street.

Net als in Too Late wordt  in The Awakening conscience een verhaal verteld. Dat verhaal is zichtbaar gemaakt door Hunt, maar de schilder wilde niet misverstaan worden en daarom heeft hij bij het schilderij ook drie bijbelteksten aangeleverd. 

Toen het schilderij in 1854 in de Royal Academy werd geëxposeerd liet Hunt twee teksten in de catalogus opnemen. De eerste tekst is een vergelijking, een apocriefe bijbeltekst (uit Ecclesiasticus). As of the green leaves on a thick tree, some fall and some grow; so is the generation of flesh and blood. Zoals bij een dikke boom sommige blaadjes uitgroeien terwijl andere naar beneden vallen zo gaat het ook met mensen. Toegepast op het schilderij zegt Hunt dat de afgebeelde vrouw kan vallen, maar ze kan ook tot bloei komen. Hij beeldt de vrouw af op een punt waarop haar geweten ontwaakt en waarop het nieuwe inzicht haar leven kan veranderen. 

De tweede tekst uit die catalogus is een aansporing(uit Jesaja). Strengthen ye the feeble hands, and confirm ye the tottering knees; say ye to the faint hearted: Be ye strong; fear ye not; behold your God. Als je tot inzicht gekomen bent en je staat voor een belangrijke keuze, wees dan flink en volg God.

De derde tekst is weer een vergelijking (uit Spreuken). Hunt plaatste hem op de lijst van het schilderij. As he who taketh away a garment in cold weather, so is he who singeth songs unto a heavy heart. De laatste tekst laat weinig te raden over en slaat zelfs letterlijk op dat wat afgebeeld is: iemand die een kledingstuk uittrekt op een koude dag is te vergelijken met iemand die liedjes zingt voor een treurig hart. 

Bijbeltaal, dichterlijke taal, maar niet mis te verstaan. The Awakening Conscience is een religieus schilderij over goed en kwaad. Tegelijkertijd geeft Hunt met dit schilderij ook een sociaal en politiek oordeel over de Victoriaanse maatschappij en ook vanuit dat gezichtspunt oordeelt hij in termen van goed en kwaad. De schilder was in de periode dat hij The Awakening Conscience schilderde diep onder de indruk van Dickens’ David Copperfield. We weten dat met name het verhaal van de zoektocht van Old Pegotty naar little Emily Hunt diep raakte. In het verhaal van Dickens wordt Emily gered uit een Londens bordeel.

Hunt had in die tijd een verhouding met een prostituee, Annie Miller die hij in een Londens café had ontmoet. Hij wilde haar redden net als little Emily. Ook al met het oog op een huwelijk ondernam hij van alles om haar te verbeteren en op te voeden.

Annie Miller stond model voor The Awakening Conscience. Hunt huurde een kamer in een maison de convenance, omdat hij de juiste omgeving wilde hebben voor zijn schilderij. Dat streven naar perfectie zie ik in ieder detail van The Awakening Conscience. Het geëxposeerde schilderij werd besproken in de Engelse kranten. Een commentator schreef dat hij nog nooit zo’n door pijn getekend gezicht had gezien. Hij heeft het uiteraard over de afgebeelde vrouw, maar hij heeft het ook over een versie die wij niet kennen. Degenen die medelijden met haar hebben noemen het een door pijn getekend gezicht, zegt de zelfde commentator en de mensen die geen affiniteit hebben met de vrouw op het schilderij van Hunt, vinden het weerzinwekkend. 

Zoals gezegd, het portret dat we nu zien, is niet dat wat indertijd de bezoekers van de tentoonstelling in de Royal Academy zagen. Thomas Fairbairn, een textielfabrikant uit Manchester, kocht het schilderij, maar hij kon niet tegen het van pijn vertrokken gezicht waar hij dagelijks naar keek. Hij kreeg Hunt zover dat deze het portret van de vrouw veranderde. De schilder retoucheerde het verdriet en de huiver op het gezicht van de vrouw enigszins, maar omdat hij ziek werd, retourneerde hij het schilderij voordat hij de klus helemaal af had. Misschien kan dit verklaren dat het gezicht van de vrouw een dubbele emotie weergeeft. Ze is blij verrast en ze is ook verbijsterd. Blij verrast door de paradijselijke lentetuin die ze ziet nu ze omhoog gekomen is van de schoot van de man of – zoals commentatoren zeggen –  door het inzicht dat ze haar leven een ander wending kan geven nu ze zich bewust is geworden van haar situatie. De titel van het schilderij mag, lijkt me, geïnterpreteerd worden als het ontwakende geweten en ook als het ontwakende bewustzijn

Maar er is ook de verbijstering over de situatie waarin ze nu zit en waarin ze is een prooi van deze en wellicht meer mannen. 

Hunt heeft tot in ieder detail van het schilderij zijn boodschap uitgewerkt en die boodschap heeft alles te maken met goed en kwaad: zuiverheid en onschuld  is goed, maar pas op voor de slechteriken. 

Rechtsboven zie ik een afbeelding van graan en druiventrossen die onbewaakt zijn achtergelaten door de sluimerende bewakers van Cupido. Zowel de druiven als het graan worden geroofd door de vogels. 

Maar ook vogel die net nog zijn lied gezongen heeft is niet veilig. Onder de tafel speelt een kat met een vogel die hij gevangen heeft en de kat heeft wel wat trekken van de man die uitgezakt achter de piano zit.

Bovenop de piano staat een versierde klok met een afbeelding van de Zuiverheid die Cupido vastbindt. Misschien moet die uitbeelding duidelijk maken dat de man geen schijn van kans heeft. 

Zoals een minnaar zijn maîtresse kan strikken zo winden de bloemen in de vaas op de piano zich om andere planten heen. Ook de in elkaar gedraaide strengen wol bij de piano liggen er niet voor niets. Ze horen bij het kleedje dat van de piano naar beneden hangt en dat nog onafgemaakt is.

Aan de muur een afbeelding van een verhaal uit de bijbel over een vrouw die volwassen wordt. De jonge vrouw kan kiezen voor het goede of voor het kwade. The Awakening Conscience.