Het huiskamercafé van Tinus en Eke (2010)

Er moeten heel wat huiskamercafés zijn geweest in de negentiende eeuw. In de archieven is veel informatie te vinden over deze kleinschalige horecaondernemingen en er zijn ook verhalen die in kleine gemeenschappen nog steeds verteld worden over al dan niet clandestiene cafés. Ook in Westerdijkshorn was zo’n café. Ik schreef daar vijfendertig jaar geleden een verhaaltje over.

Toen in 1826 de provinciale bestuurders in de provincie Groningen wilden weten hoeveel mensen hun brood verdienden in de horeca, werd hun gemeld dat er in de gemeente Bedum geen logementhouders waren. Wel waren er vier slijters van sterke drank en veertig tappers.  In de gemeentearchieven vinden we later in de negentiende eeuw wel informatie over huiskamercafés. Er zijn stukken over de vergunning voor de verkoop van sterken drank in het klein in de woonkamer

Tot halverwege de twintigste eeuw waren overal op het platteland huiskamercafés waarbij de herbergier een gemengd bedrijf hield. Hij had een stukje land, een paar koeien, een of  twee varkens, wat kippen en een stal voor de paarden. Vaak was er ook nog een klein winkeltje en in een enkel geval een bakkerij als  vierde poot aan  het kleinschalige familiebedrijf.

In Groningen waren deze gemengde bedrijven vaak te vinden bij bruggen, op plaatsen waar land- en waterwegen elkaar kruisten. Langs het Boterdiep hadden Noorderhoogebrug, Zuidwolde, Ellerhuizen, Bedum, Onderdendam, Fraamklap en Bieuwketil kleine cafés waarin de reiziger een weinig kon rusten en waar een consumptie te krijgen was. Zoals gezegd, in veel gevallen kon de reiziger ook nog de tas vullen met brood of kruidenierswaren.

Toen ik in het midden van de zestiger jaren in Groningen kwam, trof ik nog huiskamercafés aan. In Zuidwolde bijvoorbeeld. Hoe goed herinner ik me nog café Oomkens waar twee dames, eendrachtig en knus bij elkaar zaten in de huiskamer. Of de een hardhorend was en of de ander brilde, weet ik niet meer, maar in doorsnee waren ze wel ongeveer zeventig jaar. Oomkens zelf was blij met iedere klant die kwam. Hij kwam er ’s nachts zijn bed voor uit. Wel duurde het eventjes voordat je ingeschonken kreeg, want klandizie gaf hem een alibi om zichzelf een jenevertje in te schenken. 

Ook in  Ellerhuizen was nog lange tijd bij de brug een huiskamercafé annex winkel. Het was in handen van de dames Woldring.

Het is windstil en warm zo als het zelden is in oktober en ik loop in Westerwijtwerd. Dat dorp is op zich al een reservaat en het verdient zoals zoveel Groningse en Friese dorpjes bescherming. Op de straat die door het dorp loopt, ligt klei. De bewoners van Westerwijtwerd zijn met schoppen en bezems in de weer om de troep die de tractoren hebben achter gelaten aan de kant te schuiven. Dat ongemak hoort bij het najaar. Dat is al jaren zo. 

De lage zon is kansloos tegen al het vocht dat zich hier in Westerwijtwerd in de lucht verzadigd heeft. Eke van het café bij de brug heeft haar wasgoed, theedoeken en grote witte onderbroeken met rode bloemetjes, over een wit houten rek gehangen. Samen met haar man Tinus schenkt ze al meer dan vijftig jaar een drankje in haar huiskamer. Er zijn mensen die de dorpskroeg van Westerwijtwerd café De Dregge noemen  vanwege een emaillen bordje aan de muur. Dat zal Tinus en Eeke een zorg zijn. 

Het café is sober ingericht: een grote tafel waarop een tapijt en een doorzichtig plastic overtrek en een paar ouderwetse houten stoelen, meer heeft een cafébezoeker niet nodig. Aan de wand een kalender van het Koninklijk Nederlands Rundvee Syndicaat en tussen ingelijste foto’s en een prijzenkast onder meer een bordje waarop Beste tuinman. Die woorden slaan op Tinus. Waarom weet niemand, ook Tinus niet. Tinus is de tachtig al lang gepasseerd, maar hij is nooit te beroerd een flesje bier uit de koude schuur te halen. Een gezellige man, die graag over zijn reizen naar Indonesië vertelt waar hij twee keer was met twee verschillende vrouwen uit het dorp. Eke tapt behalve bier ook moppen. Al jaren de zelfde. Het rookverbod geldt voor Holland, maar niet hier in Westerwijtwerd en dus kan Eke zoveel roken als ze wil. Heel af en toe moet Tinus de brug naast het café bedienen, maar met de plaatselijke molen bemoeit hij zich al jaren niet meer. Het huiskamercafé is het laatste van zijn soort in deze streken. Hoe lang nog?

Naschrift: In de zomer van 2010 overleed Tinus. Kort daarna sloot Eke het café.

Men moest voor het schenken en verkopen van sterke drank in de huiskamer een vergunning aanvragen. De gemeente Bedum verstrekt regelmatig vergunning(en) voor de verkoop van sterken drank in het klein in de woonkamer. In Westerdijkshorn zou de drank, volgens de overlevering clandestien verstrekt zijn. Ik schreef in 1978 een verhaal over de kroeg van Westerdijkshorn en baseerde me bij het schrijven op de verhalen van mijn buurtgenoten Klaas Oldenburger en Jans de Boer. Toen Riekele Prins deze aquarel maakte was het huis in de bocht van de Wolddijk al lang geen café meer.

Riekele Prins