Geschreven bij werk van Flip Drukker
De freule die een kobaltblauwe papagaai
in een rode lakkooi gevangen houdt
zoals gezegd, de veren blauw,
de snavel en de poten geel
heeft om haar hals een krans
van purperparels op haar opalen borst:
barokkralen, een sierlijke
moedervlek op gipsen rug
de nagels vurig rood.
Ga niet op deze tafel
Ga niet op deze tafel zitten
je vous prie,
madame!
Ars longa
Is dit de som van een bestaan
’n kom, ’n bord en nog wat scherven
die afgedankt, konden verdwijnen
in nevelen van plaats en tijd?
Of is dit wrakhout uit de goot:
de welke roos, iets uit het lood
stof voor een grap, voor spelerij
en voor gebroken dromen?
Het toeval treft en wordt getroffen.
De kunstenaar, dicht bij de tijd
knipoogt voor het verdwijnt
en daarna
Trompe l’oeil
Iets kan gemaakt worden
op een manier dat je denkt:
dit is echt
hier is geen vergissen
meer mogelijk
dit past
dit is wat ik wil zien
dit is verbazingwekkend
dit is rijkdom
weelde
borsten
never mind the bollocks
ogen
zoekend
naar bevestiging
Ça confirme l’oeil
maar de tafel
waar is de marmeren tafel
met Venetiaans glaswerk
en Ming porselein?
de oester
uit de schelp
de vork
onbruikbaar
de toeschouwer
buigt zich voorover
wil iets zeggen
Zegt niets
Het eerste gedicht werd later nog hergebruikt bij een concert als inleiding voor een muziekstuk:
François Couperin: La Ménetou
Menetou is een stadje bij Sancerre dat bekend is om zijn witte wijn, maar of Couperin daarnaar verwijst? Het is le vin en er staat La Menetou. Ik houd het erop dat La Menetou een bepruikte en bepoederde hofdame is.
La Ménetou
Geen Frans woordenboek
kan mij vertellen wie of wat
La Ménetou te betekenen heeft.
Ik gok erop dat zij een freule is
die houdt van een Prélude
maar dan non mésuré
De freule heeft een kobaltblauwe
papegaai in een rode lakkooi,
de veren blauw, de snavel
en de poten geel. De freule
draagt om haar hals een krans
van purperparels, ze heeft een donkere
moedervlek op haar gipsen rug.
Zij is een grote, rijzige vrouw
exquise en alles behalve trouw
Grote vrouwen dragen violet
La Ménétou gaat niet naar bed
om te liggen smachten.
Ze houdt van hartstochtelijke nachten
Ze is een en al bederfelijkheid.
Een mozaïek van muizenvellen
ligt rond haar ogen uitgevlijd
het craquelé van haar borst
is bedekt met poeder.
Achter de zichtbare mist
van dit decadente loeder
speelt onverstoorbaar de klavecinist
hij heet Jean Pierre
en verder gewoon Jansen –
Hij heeft op de toetsen
Van zijn instrument
rouge gemorst
je vous prie
monsieur