Zo is het toch meneer…

Er is langzamerhand wel genoeg negatieve aandacht besteed aan de mogelijke komst van asielzoekers in Bedum. Alsof er geen Bedumers zijn die vinden dat we mensen in nood moeten helpen. Die zijn er! Als de geluiden die ik in mijn eigen omgeving opvang maatgevend zijn dan wijst een meerderheid van de Bedumers de komst van asielzoekers helemaal niet bij voorbaat af. Wel pleiten ze – mijns inziens terecht -voor een kleinschalige en gespreide opvang van vluchtelingen over de hele gemeente.

Vluchtelingenopvang in Bedum, dat is niks nieuws. Net zoals nu waren er in de vorige eeuw genereuze en gastvrije Bedumers. Zowel in 1914 als in 1944 vonden vluchtelingen onderdak in het dorp.

Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog bijvoorbeeld. Toen ontvluchtten meer dan een miljoen Belgen het oorlogsgeweld. Ze staken de grens over en zochten een onderkomen in Nederland. De autoriteiten regelden dat ze verspreid over het land werden ondergebracht. Zo kwamen in oktober 1914 zo’n drieduizend Belgen per trein in Groningen aan. Die werden tijdelijk opgevangen in de stad. Later gingen ze zoveel mogelijk naar particuliere adressen in de stad en in verschillende Groningse gemeenten, waaronder Bedum. Bedum was toen nog een dorp van niks. Een paar straten, meer niet, maar toch vonden 65 gevluchte Belgen hier onderdak. Lang bleven de Belgen niet; dat ging dertig jaar later in 1944 wel anders toen de Bedumers opnieuw oorlogsvluchtelingen aan onderdak hielpen. 

Zo weet ik dat een boeskoolboer, Oldenburger, in de herfst van het jaar 1944 zijn paard voor de groentekar spande om vluchtelingen op te halen uit de stad. Die kwamen uit Arnhem en omgeving. Ze waren door het oorlogsgeweld (de slag om Arnhem) uit hun huizen verdreven en tijdelijk in het Harmoniegebouw aan de Kijk in ’t Jatstraat ondergebracht. Net als tijdens de Eerste Wereldoorlog probeerden de autoriteiten die vluchtelingen zoveel mogelijk bij particulieren te huisvesten. Voor zover mij bekend waren er alleen al in de buurtschap Westerdijkshorn bij Bedum vier boerderijen waar Oldenburger in totaal twintig vluchtelingen afleverde. Die bleven daar gedurende de barre oorlogswinter van 44-45 tot aan de bevrijding in mei 1945. 

Vluchtelingen zijn vluchtelingen! Of ze nou uit België komen of uit Afghanistan, we mogen ze niet aan hun lot overlaten. Er waren nogal wat plaatsgenoten die zich om die reden rot schaamden voor mensen die buitensporig te keer gingen bij de voorlichtingsbijeenkomst in de Maranathakerk in Bedum. Een van hen appte zijn zus vanuit de kerk: In dit gebouw hield de dominee ons vroeger voor dat we de nooddruftigen moeten helpen. Naastenliefde! Die Christelijke deugden, zoals moed, matigheid en ook naastenliefde bijvoorbeeld, zijn zo slecht nog niet! 

Wie kent nog die vrolijke liedjes uit de televisieserie “Het Schaep met de vijf poten”? Dat overbekende lied bijvoorbeeld waarin de kijkers met een kwinkslag worden aangespoord om buitenlanders (dat waren toen Spaanse en Turkse gastarbeiders) te helpen: Help de Spanjaard en de Turk die tussen ons bedrijven / Naastenliefde is de kurk waarop we allen drijven. Want… we benne op de wereld om mekaar om mekaar, te hellepe nietwaar? Zo is ’t toch meneer!?